Publicatie van een foto of filmopname waar iemand herkenbaar opstaat, kan een schending van het portretrecht zijn. De geportretteerde moet een redelijk belang kunnen laten zien (zoals privacy) op grond waarvan het werk niet gepubliceerd mag worden.
Als een opname of foto rechtmatig gemaakt is , wil dat nog niet zeggen dat deze ook mag worden gepubliceerd. Een dergelijke opname is namelijk een portret van de personen die erop staan, en dus geldt daarvoor het
portretrecht. De auteurswet beschouwt zo’n afbeelding als een “portret anders dan in opdracht”. Deze mag alleen worden gepubliceerd als daarmee geen redelijk belang van de geportretteerde in gevaar komt. Meestal zal het dan gaan om een privacy-belang.
Bij een feest of andere activiteit waarbij je moet betalen om naar binnen te mogen, kan de organisatie regels stellen. Een van die regels kan zijn dat je moet instemmen met publicatie van foto's of films waar je herkenbaar op staat. Je kunt je dan meestal niet meer beroepen op je portretrecht, behalve in uitzonderlijke gevallen. Foto's van iemand die bijvoorbeeld op een feest in zwaar dronken toestand geheel naakt gaat dansen, mogen nog steeds niet zomaar worden gepubliceerd.
Portretrecht voor de politie
Ook politieagenten kunnen aanspraak maken op portretrecht, maar dat wordt minder snel erkend dan bij gewone burgers. De politie verricht een openbare taak, en moet daarbij een grotere inbreuk op de persoonlijke levenssfeer toestaan dan privépersonen.
Het gebeurt steeds vaker dat politieagenten worden gefotografeerd of gefilmd terwijl ze aan het werk zijn. Dat mag, ook als ze niet bezig zijn met groot nieuws. Het portretrecht geldt voor de politie maar beperkt, omdat zij bezig zijn met een openbare taak. Net als bekende personen hebben zij dan meer te tolereren.
In 2003 riepen twee agenten die werden gefotografeerd bij een flitscontrole hun portretrecht in tegen de fotograaf (die de foto's op een website wilde zetten). De fotograaf stelde daar een nieuwsbelang tegenover: de politie doet in de openbaarheid haar werk en daar moet verslag over kunnen worden gedaan. In het hoger beroep besliste de rechtbank dat publicatie wel mocht, maar de agenten moesten onherkenbaar getoond worden en hun namen mochten er niet bij vermeld worden. Daarmee kon nog steeds een verslag over de flitsactiviteiten gemaakt worden en werd toch de privacy van de agenten bewaard.
Vandaar dat portretrecht voor de politie niet snel erkend wordt. Inbeslagname van foto's door agenten is dan ook juridisch zeer twijfelachtig.
De politie kan echter wel eisen dat een fotograaf voldoende afstand houdt als hij bezig is met bijvoorbeeld een arrestatie. De fotograaf mag de politiewerkzaamheden niet hinderen. De politie kan ook een gebied afsluiten. Alleen verslaggevers met een perskaart mogen dan naar binnen.